Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Giel Daems
Göttingen, Deutschland (Niedersachsen) - Sankt Marien-Kirche
Gemeente: Göttingen
Beschrijving nr.: 2003310.
Gebouwd door: Furtwängler & Hammer (1926)
Het orgel in de Marienkirche te Göttingen is een groot instrument van de firma Furtwängler & Hammer uit 1926. Adviseur bij de bouw was Christhard Mahrenholz. In 1950 werd het orgel door Paul Ott gereviseerd. Daarbij zijn alle mixturen vervangen door nieuwe met hogere samenstellingen. Ook zijn de Quinte 1 1/3' en de Trompete van het pedaal vernieuwd. Het orgel is in 1970 gerestaureerd door de firma Emil Hammer. De tractuur is bij deze restauratie geëlectrificeerd.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Grossgedackt 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Holzflöte 8', Octave 4', Gemshorn 4', Octave 2', Cornett 5 fach, Mixtur 5 fach, Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Bordun 8', Quintadena 8', Salicional 8', Principal 4', Gedacktflöte 4', Schweizerpfeife 2', Rohrflöte 2', Sesquialtera 2 fach, Scharff 3 fach, Rankett 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Oberwerk (C-g'''): Geigend Principal 8', Lieblich Gedackt 8', Fernflöte 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2', Nachthorn 1', Cimbel 3 fach, Dulzian 16', Oboe 8', Regal 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Octave 8', Gedackt 8', Cello 8', Octave 4', Sifflöte 2', Rauschpfeife 4 fach, Bärpfeife 32', Posaune 16', Dulcian 16' - transmissie, Oboe 8' - transmisse, Regal 4' - transmissie, Schalmei 2'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Oberwerk, Rückpositiv - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Oberwerk.
Speelhulpen: Zimbelstern.
Foto: Giel Daems
Göttingen, Deutschland (Niedersachsen) - Sankt Marien-Kirche
Gemeente: Göttingen
Beschrijving nr.: 2003310.
Gebouwd door: Furtwängler & Hammer (1926)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1926 | Furtwängler & Hammer | nieuwbouw | 1950 | Paul Ott | wijzigen dispositie | 1970 | Emil Hammer Orgelbau | restauratie |
Het orgel in de Marienkirche te Göttingen is een groot instrument van de firma Furtwängler & Hammer uit 1926. Adviseur bij de bouw was Christhard Mahrenholz. In 1950 werd het orgel door Paul Ott gereviseerd. Daarbij zijn alle mixturen vervangen door nieuwe met hogere samenstellingen. Ook zijn de Quinte 1 1/3' en de Trompete van het pedaal vernieuwd. Het orgel is in 1970 gerestaureerd door de firma Emil Hammer. De tractuur is bij deze restauratie geëlectrificeerd.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 10 |
- Rückpositiv | 11 |
- Oberwerk | 12 |
- Pedal | 15 (12) |
Totaal aantal stemmen | 48 (45) |
Toetstractuur | Electro-pneumatisch |
Registertractuur | Electro-pneumatisch |
Windlade(n) | Kegelladen |
Temperatuur | Equal temperament |
Winddruk | 75 mm |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Grossgedackt 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Holzflöte 8', Octave 4', Gemshorn 4', Octave 2', Cornett 5 fach, Mixtur 5 fach, Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Bordun 8', Quintadena 8', Salicional 8', Principal 4', Gedacktflöte 4', Schweizerpfeife 2', Rohrflöte 2', Sesquialtera 2 fach, Scharff 3 fach, Rankett 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Oberwerk (C-g'''): Geigend Principal 8', Lieblich Gedackt 8', Fernflöte 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2', Nachthorn 1', Cimbel 3 fach, Dulzian 16', Oboe 8', Regal 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Octave 8', Gedackt 8', Cello 8', Octave 4', Sifflöte 2', Rauschpfeife 4 fach, Bärpfeife 32', Posaune 16', Dulcian 16' - transmissie, Oboe 8' - transmisse, Regal 4' - transmissie, Schalmei 2'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Oberwerk, Rückpositiv - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Oberwerk.
Speelhulpen: Zimbelstern.
Literatuur |
|
Opnamen |
|
|
|
|
|
|
|
|