Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Johannes Böck
Göttweig, Österreich (Niederösterreich) - Stiftskirche
Gemeinde: Göttweig
Adresse: Stift Göttweig, 3511, Göttweig
Beschreibung nr.: 2000748.
Gebaut von: E.F. Walcker & Cie. (1982) - Opus 5770
In de Stifskirche te Göttweig bevindt zich een orgel met een zeer oude kas. Het oudste deel dateert nog uit de vijftiende eeuw. In 1525 bouwde Michael Ritzinger een nieuw instrument in deze kas. Het werd in 1703 verplaatst van het koor naar de westzijde van de kerk. Bartholomäus Heintzler wijzigde de kas. Na de voltooiing van de nieuwe gevel voor de Abdij, bouwde Ignaz Gatto in 1761 een nieuw orgel met gebruik van de oude kas. Dit nieuwe werk had 20 stemmen. In 1922 is het oude binnenwerk vervangen door een pneumatisch instrument. De firma Walcker bouwde in 1982 weer een nieuw orgel met drie klavieren en pedaal in de historische orgelkassen. Adviseur bij de bouw was prof.dr. Constantini.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Gedackt 16', Prästant 8', Rohrflöte 8', Salizional 8', Unda Maris 8', Oktave 4', Gedackt 4', Gemshorn 2', Spitzquinte 2 2/3', Mixtur 6 fach (1 1/3'), Klingendes Zimbel 3 fach (2/3'), Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Holzgedackt 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Nasard 2 2/3', Prinzipal 2', Terz 1 3/5', Sifflet 1', Scharff 3 fach (1'), Krummhorn 8', Tremolo.
Schwellwerk (C-g'''): Bordun 16', Metallgedackt 8', Viola da Gamba 8', Aeolsharfe 8', Vox Celeste 8', Prinzipal 4', Offenflöte 4', Oktave 2', Quintflöte 1 1/3', Kornett 3 fach (2 2/3'), Mixtur 5 fach (2'), Dulcian 16', Trompette Harmonique 8', Klarinette 8', Schalmey 4', Tremolo.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16', Subbaß 16', Oktavbaß 8', Gemshorn 8', Choralbaß 4', Nachthorn 2', Mixtur 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Bild: Johannes Böck
Göttweig, Österreich (Niederösterreich) - Stiftskirche
Gemeinde: Göttweig
Adresse: Stift Göttweig, 3511, Göttweig
Beschreibung nr.: 2000748.
Gebaut von: E.F. Walcker & Cie. (1982) - Opus 5770
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1525 | Michael Ritzinger | Neubau im alten Gehäuse | 1704 | Bartholomäus Heintzler | Umbau | 1761 | Ignaz Gatto der Jüngere | Neubau im alten Gehäuse | 1922 | Builder unknown | Neubau im alten Gehäuse | 1982 | E.F. Walcker & Cie. | 5770 | Neubau im alten Gehäuse |
In de Stifskirche te Göttweig bevindt zich een orgel met een zeer oude kas. Het oudste deel dateert nog uit de vijftiende eeuw. In 1525 bouwde Michael Ritzinger een nieuw instrument in deze kas. Het werd in 1703 verplaatst van het koor naar de westzijde van de kerk. Bartholomäus Heintzler wijzigde de kas. Na de voltooiing van de nieuwe gevel voor de Abdij, bouwde Ignaz Gatto in 1761 een nieuw orgel met gebruik van de oude kas. Dit nieuwe werk had 20 stemmen. In 1922 is het oude binnenwerk vervangen door een pneumatisch instrument. De firma Walcker bouwde in 1982 weer een nieuw orgel met drie klavieren en pedaal in de historische orgelkassen. Adviseur bij de bouw was prof.dr. Constantini.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 12 |
- Rückpositiv | 9 |
- Schwellwerk | 15 |
- Pedal | 9 |
Gesamtzahl der Stimmen | 45 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Electrical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Gedackt 16', Prästant 8', Rohrflöte 8', Salizional 8', Unda Maris 8', Oktave 4', Gedackt 4', Gemshorn 2', Spitzquinte 2 2/3', Mixtur 6 fach (1 1/3'), Klingendes Zimbel 3 fach (2/3'), Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Holzgedackt 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Nasard 2 2/3', Prinzipal 2', Terz 1 3/5', Sifflet 1', Scharff 3 fach (1'), Krummhorn 8', Tremolo.
Schwellwerk (C-g'''): Bordun 16', Metallgedackt 8', Viola da Gamba 8', Aeolsharfe 8', Vox Celeste 8', Prinzipal 4', Offenflöte 4', Oktave 2', Quintflöte 1 1/3', Kornett 3 fach (2 2/3'), Mixtur 5 fach (2'), Dulcian 16', Trompette Harmonique 8', Klarinette 8', Schalmey 4', Tremolo.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16', Subbaß 16', Oktavbaß 8', Gemshorn 8', Choralbaß 4', Nachthorn 2', Mixtur 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
De dispositie van Ignaz Gatto (1761) luidde: Hauptwerk: Principal 8', Waldflöte 8', Octav 4', Spitzflöte 4', Quint 2 2/3', Superoctav 2', Mixtur V fach, Cimbel III fach. Positiv: Copel 8', Principal 4', Fugara 4', Dulciana 4', Octav 2', Mixtur III fach. Pedal: Subbass 16', Quintadena 16', Principal 8', Octavbass 8', Quint 5 1/3', Mixtur IV fach. |
Literatur |
|
|
|
|
|
|