Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Wiederau (Mittelsachsen), Deutschland (Sachsen) - Evangelisch-Lutherische Kirche
Gemeinde: Königshain-Wiederau
Adresse: Kirchberg 3, 09306, Wiederau
Beschreibung nr.: 2052535.
Gebaut von: Urban Kreutzbach (1851) - Opus 33
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', VIola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Flauto 8', Octave 4', Spitzflöte 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Hohlflöte 2', Cornett 4 fach (discant), Mixtur 5 fach, Trompete 8' - 2000.
Oberwerk (C-f'''): Lieblich Gedeckt 8', Salicional 8', Quintatön 8', Fugara 8', Principal 4', Flauto 4', Nassat 3', Octave 2', Waldflöte 2', Sifflöte 1', Mixtur 3 fach.
Pedal (C-d'): Principalbass 16', Subbass 16', Octavbass 8', Violoncello 8', Posaunenbass 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 Sperrventile, Calcantenklingel.
Wiederau (Mittelsachsen), Deutschland (Sachsen) - Evangelisch-Lutherische Kirche
Gemeinde: Königshain-Wiederau
Adresse: Kirchberg 3, 09306, Wiederau
Beschreibung nr.: 2052535.
Gebaut von: Urban Kreutzbach (1851) - Opus 33
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1851 | Urban Kreutzbach | 33 | Neubau | 1920 | Alfred Schmeisser | Verschiedene Tätigkeiten | 1934 | Alfred Schmeisser | Verschiedene Tätigkeiten | 1938 | Eule Orgelbau | Änders der Disposition | 1964 | Reinhard Schmeisser | Änders der Disposition | 2000 | Georg Wünning | Restaurierung |
- In verband met herinrichting van het kerkgebouw besloot men in 1850 om een nieuw orgel te laten bouwen voor de kerk van Wiederau. De opdracht ging naar Urban Kreutzbach, die een tweeklaviers orgel met dertig registers bouwde. Adviseur bij de bouw was Karl August Reichardt, hoforganist in Altenburg. Het orgel werd op 9 juli 1851 in gebruik genomen. Op het Oberwerk was een gereserveerd plaats voor een tongwerk.
- De originele frontpijpen zijn in 1917 gevorderd. De firma Schmeisser plaatste in 1920 nieuwe zinken exemplaren. In 1934 is door Schmeisser een windmotor geplaatst. Hierbij werd het orgel uitgebreid met een Aeoline 8' op de plaats van de Sifflöte 1'. Deze werd verplaatst naar de gereserveerde sleep. De firma Eule voerde in 1937-1938 een revisie uit, waarbij de dispositie is gewijzigd. In 1964 zijn opnieuw wijzigingen uitgevoerd, door de firma Schmeisser.
- Georg Wünning restaureerde het orgel in 2000. Daarbij is de dispositie deels hersteld. De Quinte 1 1/3' wijzigde hij in een Waldflöte 2', de Choralbass 4' in een Violoncello'. Tenslotte is de Trompete gereconstrueerd, waarbij het orgel in Eibenstock als voorbeeld diende.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 14 |
| - Oberwerk | 11 |
| - Pedal | 5 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 30 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', VIola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Flauto 8', Octave 4', Spitzflöte 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Hohlflöte 2', Cornett 4 fach (discant), Mixtur 5 fach, Trompete 8' - 2000.
Oberwerk (C-f'''): Lieblich Gedeckt 8', Salicional 8', Quintatön 8', Fugara 8', Principal 4', Flauto 4', Nassat 3', Octave 2', Waldflöte 2', Sifflöte 1', Mixtur 3 fach.
Pedal (C-d'): Principalbass 16', Subbass 16', Octavbass 8', Violoncello 8', Posaunenbass 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 Sperrventile, Calcantenklingel.
| Literatur |
Urban Kreutzbach (1796-1868) : Leben und Werk / Klaus Walter, Wolfram Hackel, Gert Rothe. - In: Acta Organologica ; Band 33. - Kassel : Merseburger, 2013. - (260. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde). |