Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Mehrum, Deutschland (Niedersachsen) - Evangelische Kirche
Beschreibung nr.: 2032909.
Gebaut von: Johann Conrad Müller (1773)
Het orgel in de kerk van Mehrum is in 1773 gebouwd door Johann Conrad Müller als eenklaviers instrument. In 1865 breidde Heinrich Schaper het uit met een twee manuaal, dat als Hinterwerk geplaatst werd. Aan de dispositie van het oude werk veranderde hij waarschijnlijk niets. Bij een restauratie door Paul Ott in de jaren 1958-1959 is het Hinterwerk verwijderd en werd een Brustwerk ingebouwd.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk: Prinzipal 8', Gedact 8', Quintatön 8' - 1773/1959, Octave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Sesquialtera 2 fach - 1959, Mixtur 3 fach - 1959, Trompete 8' - 1959, Vox Humana 8' (discant) - 1959.
Brustwerk (1959): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Waldflöte 2', Spitzquinte 1 1/3', Zimbel 2 fach, Trichterregal 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Prinzipal 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 Zimbelstern.
Mehrum, Deutschland (Niedersachsen) - Evangelische Kirche
Beschreibung nr.: 2032909.
Gebaut von: Johann Conrad Müller (1773)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1773 | Johann Conrad Müller | Neubau | 1865 | Heinrich Schaper & Sohn | Restaurierung und Vergrößerung | 1959 | Paul Ott | Umbau |
Het orgel in de kerk van Mehrum is in 1773 gebouwd door Johann Conrad Müller als eenklaviers instrument. In 1865 breidde Heinrich Schaper het uit met een twee manuaal, dat als Hinterwerk geplaatst werd. Aan de dispositie van het oude werk veranderde hij waarschijnlijk niets. Bij een restauratie door Paul Ott in de jaren 1958-1959 is het Hinterwerk verwijderd en werd een Brustwerk ingebouwd.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 10 |
| - Brustwerk | 6 |
| - Pedal | 5 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 21 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk: Prinzipal 8', Gedact 8', Quintatön 8' - 1773/1959, Octave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Sesquialtera 2 fach - 1959, Mixtur 3 fach - 1959, Trompete 8' - 1959, Vox Humana 8' (discant) - 1959.
Brustwerk (1959): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Waldflöte 2', Spitzquinte 1 1/3', Zimbel 2 fach, Trichterregal 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Prinzipal 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 Zimbelstern.
| Übrige dispositiondaten | |
|---|---|
| Mehrere dispositionen |
De dispositie luidde in 1865: Hauptwerk: Quintatön 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Portunalflöte 8', Octave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Mixtur 3 fach, Trompete 8', Zimbelstern. Hinterwerk: Gedact 8', Salizional 8', Gemshorn 4', Waldflöte 2'. Pedal: Subbaß 16', Prinzipal 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'. Pedalkoppel. |
| Literatur |
Die Orgeln des Kreises Peine / Uwe Pape. - Zweite Auflage. - [Braunschweig] : Pape Verlag, 1964. |