Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Klein-Lafferde, Deutschland (Niedersachsen) - Evangelische Kirche
Beschreibung nr.: 2032903.
Gebaut von: Christian Gottfried Richter (1876)
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Violflöte 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Nasat 2 2/3' - 1963, Octave 2', Mixtur 4 fach - 1963.
Oberwerk: Gedackt 8', Principal 4', Waldflöte 2', Sifflöte 1', Sesquialtera 2 fach - 1963.
Pedal: Subbaß 16', Principalbaß 8', Gedackt 8' - 1963, Octavbaß 4', Mixtur 3 fach.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Klein-Lafferde, Deutschland (Niedersachsen) - Evangelische Kirche
Beschreibung nr.: 2032903.
Gebaut von: Christian Gottfried Richter (1876)
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1876 | Christian Gottfried Richter | Neubau | 1917 | Faber & Greve | Verschiedene Tätigkeiten | 1954 | firmen Friedrich Weissenborn | Restaurierung | 1963 | Schmidt & Thiemann | Restaurierung und Vergrößerung |
- De kerk van Klein-Lafferde is gebouwd in de jaren 1874-1876. Gottfried Richter bouwde in 1875/1876 een nieuw orgel voor deze kerk met twee manualen en pedaal. Het instrument werd gekeurd door dhr. O. Grußendorf. Het orgel vertoonde veel storingen en moest geregeld worden gerepareerd. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd, die in hetzelfde jaar zijn herplaatst in zink door de firma Faber & Greve. In 1944 zijn een Aeoline en een nieuwe Gambe 8' geplaatst. In 1954 voerde de firma Weissenborn een restauratie uit onder advies van pastoor Drömann. Bij deze restauratie is de dispositie gewijzigd.
- In 1963 voerde de firma Schmidt & Thiemann een restauratie uit. Aan het Hauptwerk voegden zij een Nasat en een Mixtur toe en aan het Oberwerk een Sesquialtera. Verder vervingen zij de Violon 16' van het Pedal door een Gedackt 8'.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 9 |
- Oberwerk | 5 |
- Pedal | 5 |
Gesamtzahl der Stimmen | 19 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Violflöte 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Nasat 2 2/3' - 1963, Octave 2', Mixtur 4 fach - 1963.
Oberwerk: Gedackt 8', Principal 4', Waldflöte 2', Sifflöte 1', Sesquialtera 2 fach - 1963.
Pedal: Subbaß 16', Principalbaß 8', Gedackt 8' - 1963, Octavbaß 4', Mixtur 3 fach.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Gambe 8', Doppelflöte 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Octave 2', Mixtur 2-3 fach. Oberwerk: Lieblich Gedackt 8', Geigenprinzipal 8', Salicional 8', Octav 4', Flauto Piccolo 4'. Pedal: Subbaß 16', Violon 16', Prinzipalbaß 8', Gedacktbaß 8', Posaune 16'. |
Literatur |
Die Orgeln des Kreises Peine / Uwe Pape. - Zweite Auflage. - [Braunschweig] : Pape Verlag, 1964. |