Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Quelle: Friedrich Weigle Orgelbau
Kusterdingen, Deutschland (Baden-Württemberg) - Evangelische Otilien-Kirche
Beschreibung nr.: 2018484.
Gebaut von: Weigle Orgelbau (1966)
Onder advies van Walter Supper bouwde de firma Weigle in 1966 een nieuw orgel voor de Otilien-Kirche te Kusterdingen. Het orgel is geplaatst in een historische orgelkas uit de achttiende eeuw. Deze kas is geheel gerestaureerd door dr. Ingenhoff te Tübingen. Het pijpwerk van het Hauptwerk is grotendeels ook achttiende-eeuws.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 8', Holzflöte 8', Salizional 8', Oktave 4', Kleingedackt 4', Waldflöte 2', Mixtur 4-5 fach (2').
Hinterwerk (C-g'''): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Nasatquinte 2 2/3', Kleinprinzipal 2', Terzflöte 1 3/5', Blockflöte 1', Zimbel 3-4 fach (1/2'), Hautbois 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Violoktav 8', Dolkanpiffaro 4'+2', Rauschpfeife 3 fach (2 2/3'+1 1/3'+1'), Stillfagott 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Hinterwerk.
Übrige Quellen
Quelle: Friedrich Weigle Orgelbau
Kusterdingen, Deutschland (Baden-Württemberg) - Evangelische Otilien-Kirche
Beschreibung nr.: 2018484.
Gebaut von: Weigle Orgelbau (1966)
Onder advies van Walter Supper bouwde de firma Weigle in 1966 een nieuw orgel voor de Otilien-Kirche te Kusterdingen. Het orgel is geplaatst in een historische orgelkas uit de achttiende eeuw. Deze kas is geheel gerestaureerd door dr. Ingenhoff te Tübingen. Het pijpwerk van het Hauptwerk is grotendeels ook achttiende-eeuws.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 7 |
| - Hinterwerk | 8 |
| - Pedal | 5 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 20 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 8', Holzflöte 8', Salizional 8', Oktave 4', Kleingedackt 4', Waldflöte 2', Mixtur 4-5 fach (2').
Hinterwerk (C-g'''): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Nasatquinte 2 2/3', Kleinprinzipal 2', Terzflöte 1 3/5', Blockflöte 1', Zimbel 3-4 fach (1/2'), Hautbois 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Violoktav 8', Dolkanpiffaro 4'+2', Rauschpfeife 3 fach (2 2/3'+1 1/3'+1'), Stillfagott 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Hinterwerk.
- Friedrich Weigle Orgelbau