Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Aart Wimmenhove
Klosterneuburg, Österreich (Niederösterreich) - Stiftskirche Chorherrenstift Klosterneuburg, Chor-Orgel
Gemeinde: Klosterneuburg
Adresse: Stiftsplatz 1, 3400, Klosterneuburg
Website: http://www.stift-klosterneuburg.at/
Beschreibung nr.: 2011067.
Gebaut von: Orgelbau Kuhn AG (2005)
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1780 von Anton Pflieger
Anton Pflieger voltooide in 1780 een koororgel in de Stiftskirche van Klosterneuburg. Het werd geplaatst in twee kassen, die symmetrisch werden opgesteld aan de Evangelie- en de Epistelzijde van het koor. De kassen zijn versierd met houtsnijwerk van de hand van Christoph Helfer. Het binnenwerk ging in de loop van de tijd grotendeels verloren. Rond 1900 werd het orgel omgebouwd tot een romantisch werk met pneumatische tractuur en kegelladen. In 1966 bouwde Gerhard Hradetzky een nieuw drieklaviers orgel in de oude kassen. Dit orgel, met sleepladen en electrische tractuur, had een dispositie die was afgeleid van de oorspronkelijke, aangevuld met een Solowerk. Door verandering van inzichten voldeed dit orgel eind twintigste eeuw niet langer, en men besloot opnieuw een nieuw orgel te laten bouwen. De Zwitserse firma Kühn kreeg de opdracht. Het orgel heeft een vrijstaande speeltafel gekregen, die op het koor is geplaatst. Hierdoor is samenspel met koren en een orkest goed mogelijk. Op 24 december 2005 kon het orgel worden ingewijd. Of er pijpwerk uit 1966 is hergebruikt is niet bekend, maar gezien de dispositie is dat niet ondenkbaar. Bij de ingebruikname werd het orgel bespeeld door H. Lerperger.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Principal 8', Gemshorn 8', Octav 4', Flauten 4', Quint 2 2/3', Superoctav 2', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Trompet 8'.
Positiv (C-g'''): Copel 8', Principal 4', Rohrflauten 4', Nasat 2 2/3', Octav 2', Terz 1 3/5', Scharf 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbass 16', Principalbass 8', Gedacktbass 8', Choralbass 4', Mixtur 3 fach (2 2/3'), Fagottbass 16', Trompetenbass 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Positiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv.
Bild: Aart Wimmenhove
Klosterneuburg, Österreich (Niederösterreich) - Stiftskirche Chorherrenstift Klosterneuburg, Chor-Orgel
Gemeinde: Klosterneuburg
Adresse: Stiftsplatz 1, 3400, Klosterneuburg
Website: http://www.stift-klosterneuburg.at/
Beschreibung nr.: 2011067.
Gebaut von: Orgelbau Kuhn AG (2005)
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1780 von Anton Pflieger
Anton Pflieger voltooide in 1780 een koororgel in de Stiftskirche van Klosterneuburg. Het werd geplaatst in twee kassen, die symmetrisch werden opgesteld aan de Evangelie- en de Epistelzijde van het koor. De kassen zijn versierd met houtsnijwerk van de hand van Christoph Helfer. Het binnenwerk ging in de loop van de tijd grotendeels verloren. Rond 1900 werd het orgel omgebouwd tot een romantisch werk met pneumatische tractuur en kegelladen. In 1966 bouwde Gerhard Hradetzky een nieuw drieklaviers orgel in de oude kassen. Dit orgel, met sleepladen en electrische tractuur, had een dispositie die was afgeleid van de oorspronkelijke, aangevuld met een Solowerk. Door verandering van inzichten voldeed dit orgel eind twintigste eeuw niet langer, en men besloot opnieuw een nieuw orgel te laten bouwen. De Zwitserse firma Kühn kreeg de opdracht. Het orgel heeft een vrijstaande speeltafel gekregen, die op het koor is geplaatst. Hierdoor is samenspel met koren en een orkest goed mogelijk. Op 24 december 2005 kon het orgel worden ingewijd. Of er pijpwerk uit 1966 is hergebruikt is niet bekend, maar gezien de dispositie is dat niet ondenkbaar. Bij de ingebruikname werd het orgel bespeeld door H. Lerperger.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 8 |
- Positiv | 9 |
- Pedal | 7 |
Gesamtzahl der Stimmen | 24 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Principal 8', Gemshorn 8', Octav 4', Flauten 4', Quint 2 2/3', Superoctav 2', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Trompet 8'.
Positiv (C-g'''): Copel 8', Principal 4', Rohrflauten 4', Nasat 2 2/3', Octav 2', Terz 1 3/5', Scharf 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbass 16', Principalbass 8', Gedacktbass 8', Choralbass 4', Mixtur 3 fach (2 2/3'), Fagottbass 16', Trompetenbass 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Positiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
|
Literatur |
Barocker Orgelschatz in Niederösterreich / Hans Haselböck. - Wien ; München : Manutiuspresse, 1972. |
Weblinks |
https://www.orgelbau.ch/op=114090 |
|