Description complète d'orgue sélectionné
Photo: Evert-Jan van der Leij
Köthen (Anhalt), Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Evangelische Sankt Jakobikirche
Commune: Köthen
Adresse: Hallesche Straße 15a, 06366, Köthen (Anhalt)
Site Web: http://www.jakobskirche-koethen.de/
Description no.: 2010679.
Bâti par: Ladegast & Sohn (1872) - opus 60
In 1872 bouwde Friedrich Ladegast een nieuw drieklaviers orgel voor de Evangelische Kirche in Köthen. Het orgel kon gebouwd worden dankzij een opdracht van de burgemeester van de stad, die het oude orgel van Zacharias Thayßner uit 1676 wilde vervangen omdat het niet meer bij de tijd was. Op 2 augustus 1872 werd het nieuwe orgel gekeurd door Eduard Thiele uit Dessau. Op 15 september volgde de officiële ingebruikneming. In 1903 werd het orgel gedemonteerd en opgeslagen vanwege werkzaamheden aan de toren. Oskar Ladegast bouwde het hierna weer op. Hij verving op het pedaal de Quint 10 2/3' door een Gedeckt 16' en wijzigde de Aeoline 16' van het Schwellwerk in een 8'. Alexander Schuke voerde in 1953 reparaties uit. Een voorgestelde dispositiewijziging werd niet uitgevoerd. Wel echter in 1972, toen Rudolf Kühn het orgel reviseerde. Hij verving de Gedeckt 16' van het pedaal door een Rauschpfeife 2 fach, en op het Oberwerk en Schwellwerk werden de Aeoline en de Progressivharmonika vervangen door een Quinte 1 1/3' en een Scharf 3-4 fach. Verder is een deel van het originele pijpwerk vernieuwd. In de jaren 1991 tot 2002 werkte Christian Scheffler aan het orgel. Stapje voor stapje werd de oorspronkelijke situatie weer hersteld.
Données techniques
Composition
Hauptwerk (C-f'''): Principal 16', Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Doppelflöte 8', Flauto Amabile 8', Nasard 5 1/3', Octave 4', Rohrflöte 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4-5 fach (2'), Cornett 2-4 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-f'''): Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Quintatön 8', Salicional 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Flauto Minor 4', Nasard 2 2/3', Octave 2', Piccolo 2', Progressivharmonika 2-4 fach (2') - 1998, Oboe 8'.
Schwellwerk (C-f'''): Lieblich Gedackt 16' (from c°), Lieblich Gedackt 8', Viola d'Amour 8', Flauto Traverso 8', Zartflöte 4', Fugara 4', Flautino 2', Aeoline 16' - 1998; tongwerk.
Pedal (C-d'): Violon 32', Principalbaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Gedackt 16' - 1998, Octavbaß 8', Cello 8', Baßflöte 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Accouplements: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk.
Jouer conseils: Barkermachine, Sperrventile für Manuale, Pedaltritte zum Echowerk.
Photo: Evert-Jan van der Leij
Köthen (Anhalt), Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Evangelische Sankt Jakobikirche
Commune: Köthen
Adresse: Hallesche Straße 15a, 06366, Köthen (Anhalt)
Site Web: http://www.jakobskirche-koethen.de/
Description no.: 2010679.
Bâti par: Ladegast & Sohn (1872) - opus 60
Année | Facteur | Opus | Activité | 1872 | Ladegast & Sohn | 60 | orgue neuf | 1903 | Ladegast & Sohn | changer la disposition | 1972 | Rudolf Kühn | changer la disposition | 2002 | Christian Scheffler | reconstruction |
In 1872 bouwde Friedrich Ladegast een nieuw drieklaviers orgel voor de Evangelische Kirche in Köthen. Het orgel kon gebouwd worden dankzij een opdracht van de burgemeester van de stad, die het oude orgel van Zacharias Thayßner uit 1676 wilde vervangen omdat het niet meer bij de tijd was. Op 2 augustus 1872 werd het nieuwe orgel gekeurd door Eduard Thiele uit Dessau. Op 15 september volgde de officiële ingebruikneming. In 1903 werd het orgel gedemonteerd en opgeslagen vanwege werkzaamheden aan de toren. Oskar Ladegast bouwde het hierna weer op. Hij verving op het pedaal de Quint 10 2/3' door een Gedeckt 16' en wijzigde de Aeoline 16' van het Schwellwerk in een 8'. Alexander Schuke voerde in 1953 reparaties uit. Een voorgestelde dispositiewijziging werd niet uitgevoerd. Wel echter in 1972, toen Rudolf Kühn het orgel reviseerde. Hij verving de Gedeckt 16' van het pedaal door een Rauschpfeife 2 fach, en op het Oberwerk en Schwellwerk werden de Aeoline en de Progressivharmonika vervangen door een Quinte 1 1/3' en een Scharf 3-4 fach. Verder is een deel van het originele pijpwerk vernieuwd. In de jaren 1991 tot 2002 werkte Christian Scheffler aan het orgel. Stapje voor stapje werd de oorspronkelijke situatie weer hersteld.
Données techniques
Nombre de registres par manuel | |
- Hauptwerk | 16 |
- Oberwerk | 12 |
- Schwellwerk | 8 |
- Pedal | 11 |
Nombre de jeux total | 47 |
Transmission des clés | Mechanical |
Transmission des jeux | Mechanical |
Sommier(s) | Slider chests |
Composition
Hauptwerk (C-f'''): Principal 16', Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Doppelflöte 8', Flauto Amabile 8', Nasard 5 1/3', Octave 4', Rohrflöte 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4-5 fach (2'), Cornett 2-4 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-f'''): Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Quintatön 8', Salicional 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Flauto Minor 4', Nasard 2 2/3', Octave 2', Piccolo 2', Progressivharmonika 2-4 fach (2') - 1998, Oboe 8'.
Schwellwerk (C-f'''): Lieblich Gedackt 16' (from c°), Lieblich Gedackt 8', Viola d'Amour 8', Flauto Traverso 8', Zartflöte 4', Fugara 4', Flautino 2', Aeoline 16' - 1998; tongwerk.
Pedal (C-d'): Violon 32', Principalbaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Gedackt 16' - 1998, Octavbaß 8', Cello 8', Baßflöte 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Accouplements: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk.
Jouer conseils: Barkermachine, Sperrventile für Manuale, Pedaltritte zum Echowerk.
Références |
|
Enregistrements |
|
|
|
|
|
|