Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.

Bild: Piet Bron

Peitz, Deutschland (Brandenburg) - Evangelische Kirche
Gemeinde: Peitz
Region:Niederlausitz, Lausitz, Spree-Neiße

Beschreibung nr.: 2005719.

Gebaut von: Emanuel Kemper & Sohn (1956)

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1956 Emanuel Kemper & Sohn  Neubau
1970 Emanuel Kemper & Sohn  Umbau
1996 Volunteers  Restaurierung und Vergrößerung
1996 Dink Redies  Verschiedene Tätigkeiten

  • De firma Kemper bouwde in 1954-1956 een orgel voor de Nikolaikirche in Berlijn-Spandau. Adviseur bij de bouw was Johannes G. Mehl. Het instrument werd in 1970 door Kemper verbouwd en in een nieuwe kas geplaatst. Ook kwam er een nieuw front en een nieuwe speeltafel. Voor de Nikolaikirche wilde men in de jaren negentig toch een nieuw orgel, dat door de firma Eule in 1996 is geleverd. Het oude instrument ging als schenking naar de Evangelische Kirchengemeinde in Peitz.
  • Door vrijwilligers uit de gemeente is het orgel onder leiding van Dink Redies, orgelmaker, opgebouwd en op diverse punten gewijzigd. Het Rückpositiv kreeg een plaats op de galerij bij het koor van de kerk, als een soort Fernwerk. Er werden ook verschillende registers gewijzigd of vervangen. De Salicet van het zwelwerk is vervangen door een exemplaar van rond 1900, de Zimbel 3 fach van het zwelwerk is vervangen door een Vox Céleste en de Mixtur 8-10 fach door een Traversflöte. De Mixtur 6-8 fach van het hoofdwerk werd gewijzigd in 3-4 fach, de Mixtur 6 fach van het zwelwerk in 4-5 fach en de Scharf 3-4 fach van het Fernwerk in 3 fach. Tenslotte verving men de Geigendregal 4' van het Fernwerk door een klokkenspel uit 1920 (afkomstig uit Amerika) en werd de Glöckleinton 2-3 fach van het pedaal veranderd in 2 fach. De Prinzipal 16' dateert van 1852 en is afkomstig uit de Domkirke in Bergen in Noorwegen. Tenslotte is ook een speeltafel op de kerkvloer geplaatst, met twee manualen en pedaal. Het eerste manuaal bespeeld het Fernwerk, het tweede het Haupt- en Schwellwerk. Deze speeltafel is in feite een omgebouwd electronisch orgel.

Kurze Übersicht der Orte, an denen die Orgel gestanden hat
1956Berlin-Spandau, DuitslandSankt Nikolai-Kirche
1996Peitz, DuitslandEvangelische Kirche

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk10
- Schwellwerk11
- Fernwerk13
- Pedal10
Gesamtzahl der Stimmen44
TastentrakturElectrical
RegistertrakturElectrical
Windlade(n)Slider chests

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Pommer 16', Prästant 8', Traversflöte 8' - 1996, Spitzgambe 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 3-5 fach, Spanische Trompete 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Spitzgedackt 8', Spielpfeife 8', Salicet 8' - 1900, Vox Celeste 8' - 1996, Prinzipal 4', Lochflöte 4', Fugara 4', Sesquialtera 2-3 fach, Mixtur 3 fach, Trichterregal 8', Doppelregal 8', Tremulant.
Fernwerk (C-g'''): Singend Gedackt 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Nassat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 2', Vogelpfeife 1', Scharf 3 fach, Hornaliquot 4 fach, Rankett 16', Krummhorn 8', Geigendregal 4', Tremulant, Glocken/Zimbelstern - 1920.
Pedal (C-f'): Prinzipalbaß 16' - 1852, Subbaß 16', Zartbaß 16', Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Pommerbaß 4', Glöckleinton 2 fach, Fagott 16', Trompete 8', Clarine 4', Tremulant.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Fernwerk, Suboktavkoppel Hauptwerk - Schwellwerk, Schwellwerk - Fernwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Fernwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 4 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Zungeneinzelabsteller, Tutti, Walze (General Crescendo).

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen De oorspronkelijke dispositie luidde:
Hauptwerk: Pommer 16', Prästant 8', Spielpfeife 8', Oktave 4', Gedackt 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Mixtur 6-8 fach, Spanische Trompete 8', Tremulant.
Rückpositiv: Singend Gedackt 8', Salicet 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 2', Vogelpfeife 1', Hornaliquot 4 fach, Scharf 3 fach, Rankett 16', Krummhorn 8', Geigend Regal 4', Tremulant.
Oberwerk: Spitzgedackt 8', Quintade 8', Lochflöte 4', Prinzipal 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2-3 fach, Großmixtur 12-15 fach, Quintcymbel 3 fach. Trompete 16', Trichterregal 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Zartbaß 16', Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Pommerbaß 4', Baßzink 8 fach, Glöckleinton 2 fach, Posaune 16', Trompete 8', Clarine 4', Tremulant.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Oberwerk.
Literatur Musik und Kirche 3/1959.

Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Speeltafel op de kerkvloer. Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Bild: Piet Bron. Datering: 27 July 2011.
Bild: Piet Bron
Oorspronkelijke situatie in Spandau. Quelle: Architekturmuseum Berlin.
Quelle: Architekturmuseum Berlin