Description complète d'orgue sélectionné
Marne, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Maria-Magdalenen-Kirche
Description no.: 2005274.
Bâti par: Eberhard Tolle (1969)
L'orgue comprend le parent le matériel: de 1603 de Hans Bockelmann, Pipes de 1906 de Marcussen & Søn
Het orgel van de Maria Magdelenakerk in Marne is gebouwd door Eberhard Tolle in de jaren 1968/1969. De orgelkas en het front zijn veel ouder, en werden gemaakt in 1603 door Hans Bockelmann en zijn zoon Christian. Het binnenwerk van dit instrument ging verloren toen in 1906 een geheel nieuw pneumatisch orgel in de kassen werd geplaatst door de firma Marcussen. Bij de bouw van een nieuw mechanisch instrument gebruikte Tolle elf registers van Marcussen. Het instrument is in 1978 door Rudolf Neuthor gereviseerd en aangepast. Drie registers van het Hauptwerk werden door hem vernieuwd. In 1991 volgde nogmaals een renovering door Neuthor.
Données techniques
Composition
Hauptwerk: Quintatön 16' - 1906, Prinzipal 8', Rohrflöte 8' - 1906, Oktave 4' - 1978, Blockflöte 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2' - 1978, Mixtur 4-5 fach, Zimbel 1-3 fach, Trompete 8' - 1978.
Rückpositiv: Gedeckt 8' - 1906, Prinzipal 4', Flöte 4' - 1906, Oktave 2', Terzian 1-2 fach, Scharff 4 fach, Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16' - 1906, Oktavbass 8' - 1906, Gedecktbass 8' - 1906, Holzflöte 4' - 1906, Rauschbass 3 fach - 1906, Hintersatz 4 fach - 1906, Posaune 16' - 1906, Dulzian 4'.
Accouplements: Hauptwerk - Rückpositiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv.
Jouer conseils: 3 vrije combinaties.
Marne, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Maria-Magdalenen-Kirche
Description no.: 2005274.
Bâti par: Eberhard Tolle (1969)
L'orgue comprend le parent le matériel: de 1603 de Hans Bockelmann, Pipes de 1906 de Marcussen & Søn
Année | Facteur | Opus | Activité | 1969 | Eberhard Tolle | orgue neuf | 1978 | Rudolf Neuthor | restauration et expansion | 1991 | Rudolf Neuthor | restauration |
Het orgel van de Maria Magdelenakerk in Marne is gebouwd door Eberhard Tolle in de jaren 1968/1969. De orgelkas en het front zijn veel ouder, en werden gemaakt in 1603 door Hans Bockelmann en zijn zoon Christian. Het binnenwerk van dit instrument ging verloren toen in 1906 een geheel nieuw pneumatisch orgel in de kassen werd geplaatst door de firma Marcussen. Bij de bouw van een nieuw mechanisch instrument gebruikte Tolle elf registers van Marcussen. Het instrument is in 1978 door Rudolf Neuthor gereviseerd en aangepast. Drie registers van het Hauptwerk werden door hem vernieuwd. In 1991 volgde nogmaals een renovering door Neuthor.
Données techniques
Nombre de registres par manuel | |
- Hauptwerk | 10 |
- Rückpositiv | 7 |
- Pedal | 8 |
Nombre de jeux total | 25 |
Transmission des clés | Mechanical |
Transmission des jeux | Electrical |
Sommier(s) | Slider chests |
Composition
Hauptwerk: Quintatön 16' - 1906, Prinzipal 8', Rohrflöte 8' - 1906, Oktave 4' - 1978, Blockflöte 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2' - 1978, Mixtur 4-5 fach, Zimbel 1-3 fach, Trompete 8' - 1978.
Rückpositiv: Gedeckt 8' - 1906, Prinzipal 4', Flöte 4' - 1906, Oktave 2', Terzian 1-2 fach, Scharff 4 fach, Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16' - 1906, Oktavbass 8' - 1906, Gedecktbass 8' - 1906, Holzflöte 4' - 1906, Rauschbass 3 fach - 1906, Hintersatz 4 fach - 1906, Posaune 16' - 1906, Dulzian 4'.
Accouplements: Hauptwerk - Rückpositiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv.
Jouer conseils: 3 vrije combinaties.